Oplossingen per toepassing

Hoogte/stap

De juiste oplossing voor het meten van hoogten/stappen vinden

Bij het zoeken naar de beste manier om de hoogte of de staphoogte te meten, zijn er een aantal belangrijke factoren waarmee rekening moet worden gehouden, waaronder de vorm van het doel, het type meetsysteem en de installatieomgeving. Het kiezen van apparatuur die niet aan uw eisen voldoet, kan leiden tot onnauwkeurigere metingen en meer manuren tijdens de productie vergen, dus is het belangrijk dat u de juiste apparatuur kiest. Deze website is opgezet om u te laten zien wat de beste manier is om zelfverzekerd deze meting uit te voeren.

Meten van hoogte/stap

Zoek de beste meetmethode en de juiste apparatuur voor het meten van "hoogte/stap".

Hoogtemeting enkelvoudig punt

Voorbeeld van toepassing: hoogtemeting van dispensers

Optimaal meetsysteem

Optimaal meetsysteem1D-laserafstandssensor

Gebruik een reflecterende laserafstandssensor om de hoogte van een enkel punt efficiënt te meten.

De afstand tot de locatie waar de laser invalt, wordt uiterst nauwkeurig gemeten.
KERNPUNTEN

U kunt de hoogte op meerdere plaatsen meten door via meerdere sensoren te communiceren of door met één sensor over het doel te scannen.

Hoogtemeting (stap) vanaf de bovenkant van twee meetpunten dicht bij elkaar

Voorbeeld van toepassing: hoogtemeting van aansluitklemmen

Optimaal meetsysteem

Optimaal meetsysteem2D-laserafstandssensor

Er wordt een profiel van het oppervlak verkregen daar waar de laserlijn het oppervlak raakt, waardoor relatieve metingen zoals staphoogten kunnen worden verkregen.

A
Meetpunt
B
Stap
C
Referentiepunt

Meten van het hoogteverschil tussen het meetpunt en het referentiepunt.

KERNPUNTEN

Zelfs als het doel is gekanteld, kan de stap nauwkeurig worden gemeten omdat de sensorkop is voorzien van een functie voor het aanpassen van de uitlijning.

Hoogtemeting (stap) vanaf de zijkant van twee meetpunten dicht bij elkaar

Voorbeeld van toepassing: stapmeting van elektrodeklemmen

Optimaal meetsysteem

Optimaal meetsystemen2D optische dwarsstraalmicrometer

Het silhouet van het doel wordt geprojecteerd, en de staphoogte tussen twee gespecificeerde kenmerken wordt berekend.

KERNPUNTEN

Zelfs als de as is gekanteld, kan de stap nauwkeurig worden gemeten wanneer de functie voor het aanpassen van de uitlijning wordt gebruikt. De metingen worden niet beïnvloed door de kleur van het oppervlak van het doel.

  • 2D telecentrische optische methode.
    's Werelds eerste inline profielprojector.
    Gelijktijdige meting van maximaal 16.

    TM-reeks

    Catalogus weergeven

Hoogtemeting (stap) vanaf de bovenkant van twee meetpunten ver weg van elkaar

Voorbeeld van toepassing: hoogtemeting van voertuigen

Optimaal meetsysteem

Optimaal meetsysteem1D-laserafstandssensor

Gebruik een reflecterende laserafstandssensor om de hoogte van een enkel punt efficiënt te meten.

De afstand tot de locatie waar de laser invalt, wordt uiterst nauwkeurig gemeten.
KERNPUNTEN

U kunt de hoogte op meerdere plaatsen meten door via meerdere sensoren te communiceren of door met één sensor over het doel te scannen.

Voorzorgsmaatregelen tijdens het meten van de hoogte

Informatie over het effect van de kanteling op een sensorkop

Als de optische as niet loodrecht op het doel staat, doet er zich in de hoogtewaarde een meetfout voor ten gevolge van hoek θ, zoals weergegeven in afbeelding 1.
Als θ groter is dan 0,8°, is de meetfout ongeveer 0,01%. Corrigeer dus de helling van tevoren als u zich zorgen maakt over het effect ervan.
U kunt de kanteling gemakkelijk corrigeren door één hoofdwerkstuk voor te bereiden en de schaalinstellingen te gebruiken.

[Afbeelding 1]A: Kanteling θ van optische as

Transparante objecten zijn objecten met een gepolijst oppervlak

Als het doel een transparant object of een object met een gepolijst oppervlak is, moet u de sensorkop schuin plaatsen onder een hoek die de helft is van de hoek van het geprojecteerde en opgevangen licht, α, ten opzichte van het doel, zoals weergegeven in afbeelding 2.
(Bij gebruik van de triangulatiemethode.)

Als het doel een doorzichtig object is, is het voor een stabiele meting ook van belang dat het doorzichtige object ten minste even dik is als een bepaalde waarde. Als het object dun is, kan de gemeten waarde voor de hoogte van het voorste oppervlak vanwege het effect van het licht dat wordt gereflecteerd door het achterste oppervlak van het transparante object, lager zijn dan zou moeten.
De grens van de dikte varieert al naargelang factoren zoals het type sensorkop, de transparantie van het doel en de reflectiestatus van het achterste oppervlak, om er zeker van te zijn dat de metingen niet worden beïnvloed. Neem in dat geval contact op met de fabrikant.

[Afbeelding 2]A: α/2

Voorzorgsmaatregelen tijdens het meten van stappen

Informatie over het effect van de kanteling op een sensorkop

Als de optische as van de 2D-laserafstandssensor niet loodrecht op het doel staat, doet er zich in de stapwaarde een meetfout voor die door hoek θ wordt veroorzaakt, zoals weergegeven in afbeelding 3.
Hoe groter de afstand (X) tussen de twee punten die voor de stap worden gemeten, hoe groter de meetfout.
Als bijvoorbeeld de kanteling θ slechts 0,1° bedraagt, wordt de meetfout ongeveer 50 μm als X = 30 mm.
Daarom wordt de functie voor het corrigeren van de kanteling over het algemeen gebruikt bij het meten van stappen.

[Afbeelding 3]A: Kanteling θ van optische asB: Werkelijke stapC: Gemeten waarde D: Afstand tussen twee punten (X)

Transparante objecten zijn objecten met een gepolijst oppervlak

Als ten minste één van de oppervlakken die bij de stapmeting worden gemeten, een transparant object of een object met een gepolijst oppervlak is, moet u de sensorkop schuin plaatsen onder een hoek die de helft is van de hoek van het geprojecteerde en opgevangen licht, α, ten opzichte van het doel, zoals weergegeven in afbeelding 4.
Er moet ook een kop worden gereedgemaakt die specifiek is bedoeld voor gebruik bij transparante objecten en objecten met gepolijste oppervlakken.

Als het doel bovendien een transparant object is, moet het ten minste even dik zijn als een bepaalde waarde om de hoogte van het oppervlak nauwkeurig te kunnen meten.
Als het object dun is, kan de gemeten waarde voor de hoogte van het voorste oppervlak vanwege het effect van het licht dat wordt gereflecteerd door het achterste oppervlak van het transparante object, lager zijn dan zou moeten.
De grens van de dikte varieert al naargelang factoren zoals het type sensorkop, de transparantie van het doel en de reflectiestatus van het achterste oppervlak, om er zeker van te zijn dat de metingen niet worden beïnvloed. Neem in dat geval contact op met de fabrikant.

[Afbeelding 4]Links: voorkantRechts: zijkantA: Transparant/gepolijst oppervlak

Welke methode is beter? Contact of contactloos?

Zachte doelen meten

Wanneer de sonde in contact komt met een zacht doel, wordt het doel ingedeukt, met al gevolg een overeenkomstige meetfout
Met contactloos meten kunnen doelen worden gemeten die vervormen, zoals zachte doelen en vloeibare oppervlakken.

Lichte doelen meten

Voor dunne en lichte doelen moet het doel worden vastgehouden om er zeker van te zijn dat het niet kan gaan zweven (dat er geen luchtspleet is), zodat de hoogte van het oppervlak nauwkeurig kan worden gemeten.
Bij een contactmeting drukt de sonde op het doeloppervlak, waardoor fouten als gevolg van het zweven van het doel in de lucht worden voorkomen. Daarom is de contactmethode beter geschikt voor dit soort metingen dan de contactloze methode.

Inkepingen meten

Bij een contactloze laserafstandssensor is het meetpunt (dat enkele micrometers tot honderden micrometers groot kan zijn) over het algemeen kleiner dan de sondes die bij contactmetingen worden gebruikt. Hierdoor kan de basishoogte van smallere inkepingen nauwkeuriger worden gemeten met de contactloze methode.

INDEX